Erik Scherder: ‘Verrijk de omgeving’
Wat weten we over pijn bij dementie? Waarom is het goed om ouderen met Alzheimer te knuffelen? Waarom kunnen ouderen met vasculaire dementie heftige pijn beleven? En waarom is bewegen zo belangrijk? Aan het woord is professor Erik Scherder, neuropsycholoog en pionier in de begeleiding van ouderen met dementie.
De relatie tussen hersenen en gedrag is het terrein van de neuropsychologie, en dus ook van Erik Scherder. Hij is hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Scherder heeft twee passies: pijnbestrijding en het belang van bewegen bij mensen met dementie. Hij hoopt dat ouderen ‘geen wegkwijnende oude dag hebben.’
Wat gebeurt bij dementie?
Veel mensen denken dat bij dementie hersencellen afsterven. Maar dat is
de halve waarheid, zegt Erik Scherder: ‘Sommige hersencellen gaan dood,
maar zeker niet alle. Een kenmerk van dementie is atrofie, oftewel
verschrompeling. De zenuwcellen worden kleiner, maar er is nog wel
degelijk sprake van stofwisseling in die cellen.’ Wat dat betekent? Er
zijn in de hersenen nog gebieden die je kunt reactiveren. Je kunt ze
niet genezen, maar wel weer in beweging brengen. Bijvoorbeeld door
letterlijk te bewegen. ‘Zelfs de biologische klok is in een vergaand
stadium van dementie te herstellen,’ weet Scherder.
Pijn bij ouderen
Laten we met pijn beginnen. Erik Scherder: ‘Als je ouder wordt, neemt de
kans op pijn toe. Je krijgt immers meer kwalen. Denk aan problemen met
het bewegingsapparaat, een versleten heup of knie.’
De bestrijding van pijn staat echter nauwelijks op de agenda bij ouderen
met dementie. ‘Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kankerpatiënten
met Alzheimer aanzienlijk minder pijnstillers krijgen dan degenen zonder
dementie,’ zegt Scherder. Verbaasd: ‘Dus als je oud wordt met een
dementie, is pijn opeens geen item meer?’
Pijn bij ouderen met dementie
Erik Scherder: ‘Als mensen met dementie pijn hebben, kom je er vaak niet
achter. Omdat het pijnsignaal er niet is. Of het is er wel, maar ze
kunnen het niet meer aanduiden en de verzorgenden of arts herkennen het
niet.’
Dementerende ouderen met pijn kunnen agressief, verward, gespannen of
onrustig worden. ‘Maar dan denken partner of verzorgenden niet direct
aan pijn,’ zegt Scherder.
Aspirientje
Erik Scherder spreekt graag over de wetenschappelijke studie rond een
groep ouderen met dementie die haldol kregen omdat zij aan ‘matige
agitatie’ leden. In gewone mensentaal: deze ouderen waren vaak onrustig.
Helaas waren zij niet meer in staat om te vertellen wat hen scheelde.
In deze studie werd het antipsychoticum Haldol vervangen door een gewoon
aspirientje. Wat bleek? ‘Er trad een geweldige verbetering op. Hun
stemming verbeterde en ze namen vaker deel aan sociale activiteiten,’
zegt Erik Scherder.
Hij weet zeker dat ‘dementerenden zich prettiger zullen voelen en
mobieler worden als hun pijn wordt behandeld. Pijn weerhoudt je immers
om mee te doen met activiteiten. En het kan zelfs leiden tot depressie.’
Andere pijnbeleving
Pijn is een ingewikkeld verhaal. Je hebt a. de pijnprikkel, en b. de
pijnverwerking. Anders gezegd: het verschil tussen het ervaren van: ‘Au,
ik heb pijn’, en het lijden onder die pijn – én de vraag die je jezelf
meteen daarna stelt: ‘Hoe voelt die pijn? En waar komt die vandaan?’
Twee pijnsystemen dus, het ‘mediale’ en ‘laterale’ systeem, op
verschillende plekken in de hersenen. En die systemen hebben nauwelijks
contact met elkaar. Wat als die verschillende plekken beschadigd zijn,
zoals gebeurt bij dementie? ‘Om de beleving van pijn te begrijpen, moet
je weten welke vorm van dementie iemand heeft,’ zegt Erik Scherder.
‘Heeft iemand bijvoorbeeld Alzheimer of vasculaire dementie?’
Pijn bij Alzheimer
‘In het algemeen geldt dat mensen met Alzheimer minder pijn ervaren,’
zegt Erik Scherder. ‘Dat komt doordat de diepere hersengebieden zijn
aangetast, hersengebieden waar zich ook de emotionele pijnbeleving
bevindt. Vandaar dat mensen met Alzheimer in hun beleving minder pijn
kunnen voelen.’ In jargon: bij Alzheimer is het mediale systeem
aangetast. Zo kan het gebeuren dat niemand merkt dat een
Alzheimerpatiënt na een val zijn heup heeft gebroken: hij voelt daar
immers weinig tot niets van en rept niet over pijn. Let op, dit is geen
waarheid als een koe, waarschuwt Scherder. ‘Bij Alzheimer komen namelijk
ook veel vaatproblemen voor en dat kan weer leiden tot vasculaire
dementie. Niet zelden hebben mensen met Alzheimer ook vasculaire
dementie. En dan is pijn een heel ander verhaal.’
Spontane pijn bij vasculaire dementie
Bij vasculaire dementie kan wél veel pijn worden beleefd. Dat komt, bij
deze vorm van dementie kunnen de hersenen pijnprikkels niet meer op de
juiste manier verwerken. Gevolg: er kunnen meer pijnprikkels ontstaan,
spontaan vanuit het zenuwstelsel, terwijl het lichaam daar geen
aanleiding toe geeft, weet Erik Scherder. ‘Dementie vanwege
vaatproblemen beschadigt de verbindingen tussen hersengebieden,’ legt
hij uit. ‘Zo kan het gebeuren dat de gebieden voor emotionele
pijnwaarneming als de thalamus geïsoleerd raken – en geïsoleerde
hersengebieden hebben de eigenschap hun eigen signalen te creëren en
rond te sturen. Daarom kan die thalamus uit zichzelf een pijncircuit
doen ontstaan. Zodoende kan iemand heftige pijn voelen, terwijl er geen
lichamelijke aanleiding voor is.’
Bij vasculaire dementie kan, kortom, spontaan pijn ontstaan.
Waarschijnlijk lijden mensen met vasculaire dementie dus niet minder,
maar meer pijn, besluit Scherder. ‘Na een CVA, een herseninfarct, kunnen
mensen vaak al na een lichte aanraking in het genitale circuit, het
uitschreeuwen van de pijn.’ Overigens geldt ook voor Frontotemporale
Dementie (de Ziekte van Pick) dat er heftige pijnbeleving kan ontstaan.
Aanraken
Mensen met Alzheimer aanraken, knuffelen en strelen is heel belangrijk,
weet Erik Scherder. ‘Bij Alzheimer worden veel pijnkernen vernietigd,
behalve het zogeheten S1-gebied: het primair somatisch sensorisch gebied
waar de zintuiglijke prikkels binnenkomen.’ Wat dat betekent? Scherder:
‘In het eindstadium van Alzheimer komt de tastprikkel nog aan. De
tastzin blijft het langst in intact. Communiceren met mensen met
vergaande Alzheimer gaat dus het beste via de tastzin.’
Bewegen
Niet alleen van pijnbestrijding knappen mensen met dementie op. Ook
lekker wandelen doet hen goed. Er is een sterke relatie tussen bewegen
en cognitie (de verstandelijke vermogens en het geheugen), de stemming
en de biologische klok, weet Erik Scherder. ‘Motoriek en cognitie zijn
dezelfde systemen in het brein. Dezelfde neurale circuits. Bewegen en
cognitieve ontwikkeling gaan hand in hand.’
Goed nieuws voor mensen die (nog) niet dementeren: met lichamelijke (en
geestelijke) activiteiten is je dementie uit te stellen. ‘Als je door
het leven heen heel actief bent, vermindert de kans dat je Alzheimer
krijgt met 20 tot 50 procent,’ zegt hij.
Ook mensen met dementie zullen opknappen als ze voldoende bewegen. Hun
cognitie en stemming zullen verbeteren, weet Scherder. ‘Als je loopt,
krijg je allerlei prikkels uit je lijf. Het is een voortdurende
stimulatie van het brein.’
Onderzoek
De Franse geriater Yves Rolland toonde aan dat mensen met Alzheimer
minder snel achteruit gaan als ze regelmatig bewegen: twee keer per week
een uur. In zijn experiment bewogen 67 Alzheimerpatiënten van gemiddeld
83 jaar twee keer per week een uur. Het ging om stevig wandelen, maar
ook om oefeningen voor uithoudingsvermogen, kracht in de benen, en
balans. Er was ook een controlegroep: een groep van 67 vergelijkbare
patiënten kreeg de gangbare zorg: zij waren niet heus lichamelijk
actief.
Na een jaar was de achteruitgang in het uitvoeren van normale dagelijkse
activiteiten, bijvoorbeeld opstaan, aankleden, lopen en naar het toilet
gaan, bij de getrainde patiënten minder dan bij de ongetrainde. Het
verschil was ongeveer een derde.
Ook onderzoeker Art Kramer toonde aan dat bewegen goed is voor (jonge)
ouderen, zo rond de 65 jaar oud. Wie elke dag ging joggen, merkte dat de
uitvoerende en geheugenfuncties verbeterden.
Kauwen
Kauwen is ook een vorm van bewegen. Kauwen is goed voor je geheugen en
stemming. Dat is aangetoond, zegt Erik Scherder. ‘Als je slecht kauwt,
gaan bepaalde hersenstructuren in het brein enorm achteruit – precies de
structuren die toch al zeer kwetsbaar zijn voor de Ziekte van
Alzheimer.’
Scherder refereert aan een onderzoek met muizen. Bij de arme diertjes
werden de tanden en kiezen eruit gehaald. Ze konden niet meer kauwen en
wat gebeurde? ‘Hun hypocampus, het gebied in onze hersenen wat in
relatie staat met ons geheugen, ging razend snel achteruit.’
Kauwen dus. Als het even kan geen vla en pap, maar eten waarop je flink
moet kauwen. En zorg goed voor de tanden, is zijn advies.
Verrijkte omgeving
Met bewegen en kauwen verrijk je de omgeving. ‘En dat is essentieel voor
het ouder wordende brein,’ zegt Scherder. ‘Dementerenden krijgen zo
veel meer prikkels. Daardoor gaan hun hersenen beter functioneren. Dat
blijkt uit veel prachtige neurobiologische studies. Een verrijkte
omgeving betekent ook dat er mensen zijn met wie je kunt praten, met wie
je samen eet. Dat je de krant nog leest, genoeg daglicht hebt en buiten
komt. Zo kun je het dag- en nachtritme beïnvloeden. Mensen die hangen
of slapen, missen de totale invloed aan prikkels en informatie.’
Projecten
Erik Scherder beperkt zijn gehoor niet tot zijn studenten in de
collegezaal. Hij wil in Nederland bijdragen aan het welzijn van mensen
met dementie en is de man van de bewegingsprojecten en pijnbestrijding.
Scherder heeft er hoge verwachtingen van. ‘Ik denk dat we gaan
vaststellen dat de kwaliteit van leven voor een deel weer terug te halen
is.’ Hij verwacht dat ook de zorg leuker wordt. ‘De bewoners zullen ’s
nachts weer rustig slapen. Als mensen beter gaan eten en hun conditie
verbetert, worden ze actiever. Je kunt weer leuke dingen met ze doen.
Het is, kortom, goed voor de klant en de zorgorganisatie.‘